Genèse du Vin

Wijn ontstaat uit elementen.
Aarde die voedt. Water dat stroomt. Zon die rijpt. Lucht die ademt.
Maar wijn wordt pas wijn door tijd, die verdiept —
en de mens, die de elementen samenbrengt tot één nieuw geheel.

La Terre

Aarde is draagkracht.
Ze is stil, maar nooit levenloos.
Laag op laag heeft ze tijd verzameld: gesteente dat brak, wortels die vergingen, regen die sporen achterliet.
Ze houdt vast, geeft gewicht, diepte, oorsprong.
Aarde vormt.

L’Eau

Water is beweging in stilte.
Het stroomt zonder te vragen, vult wat leeg is, volgt de weg van minste weerstand.
Het is overgang en verbinding, het brengt wat vastzit weer in gang.
Water verzacht.

Le Feu

Vuur is energie, warmte.
Geen storm, geen drift, maar warmte die doordringt.
Het is het element dat dingen rijpt, versnelt, concentreert.
Warmte brengt dat wat in de schaduw bleef naar voren.
Het geeft karakter

L’Air

Lucht is ruimte en adem.
Ze is het element dat niet vast te houden is, maar altijd aanwezig.
Lucht geeft richting: omhoog, vooruit, naar binnen.
Ze maakt beweging mogelijk en stilte hoorbaar.
Wanneer iets in lucht wordt losgelaten, toont het zichzelf.
Lucht verlicht.

Le Temps

Tijd raakt al deze elementen, maar dwingt geen van hen.
Ze polijst, verdiept, versoepelt.
Ze maakt het mogelijk dat iets van vorm naar betekenis groeit.

L’Homme

De mens is degene die luistert naar de elementen.
Die voelt hoe aarde draagt, hoe water beweegt, hoe lucht opent, hoe warmte rijpt.
Niet om ze te beheersen, maar om ze samen te brengen.
De mens herkent mogelijkheden in wat al bestaat, en vormt daaruit iets nieuws.
Niet door kracht, maar door aandacht.